|
Rassen
Klik
op de foto voor een grotere afbeelding
|
Achal-Teké
De
Achal-Teké is geen gemakkelijk paard: het heeft een sterke eigen
wil en is bijzonder temperamentvol. Het hoofd is smal en lang met
een recht profiel. Ogen zijn groot en uitdrukkingsvol, de neusgaten
zijn groot en gevoelig, de oren zijn lang. Het paard is rank, slank,
en hoog. Het meest komt de Achal-Teké voor in goudachtig voor, maar
er zijn ook zilveren tinten. Schimmels en lichtbruin komen minder
voor. Witte aftekeningen kunnen voorkomen. Het paard heeft een groot
uithoudingsvermogen, het wordt ook wel eens gebruikt op de renbaan.
De stokmaat varieert tussen de 1,45 en 1,57 m.
|
naar
boven
|
Andalusiër
De
Andalusiër is eerlijk, trots, intelligent en heeft een vurig temperament.
Het paard werkt graag en leert gemakkelijk. Dit paard is (bijna)
altijd schimmel. De Andalusiër oogt elegant en is een aantrekkelijk
paard. Het hoofd is lang en heeft vaak een ramsneus, de ogen zijn
groot en sprekend. Andere kenmerken zijn: zwarte manen, kleine oren,
gespierde schouders. De schoft is laag en rond, net als het kruis.
De staart is laag ingeplant. De benen zijn sterk met een korte koot
en pijp. Manen en staart zijn van zijdeachtig haar. Een Andalusiër
kun je gebruiken voor dressuur, springen en ook voor in het circus.
De stokmaat ligt tussen de 1,55 en 1,61m.
|
naar
boven
|
Appaloosa
De
Spanjaarden die naar Amerika kwamen, namen paarden met zich mee.
Duizenden paarden daarvan kwamen terecht bij de indianen. De Nez-Percéstam
uit Idaho was de enige stam die volgens een bepaald systeem paarden
fokte ze kozen getekende paarden uit de gehard, snel en vriendelijk
waren. In 1877 versloegen de Amerikaanse troepen de Nez-Percé Indianen
en namen al hun paarden in beslag. De fokkerij werd overgenomen
door blanke kolonisten. Met de komst van het Westernrijden kwamen
deze opvallende paarden ook in Europa terecht. Er zijn vier verschillende
vlakpatronen mogelijk. Ze zijn niet alleen mooi, maar tevens zeer
geschikt als familiepaard. De vraagnaar dit paard is groter dan
het aanbod, vandaar dat zij tamelijk kostbaar zijn. De stokmaat
ligt gewoonlijk tussen 1,45 en 1,50 meter, maar de Europese typen
zijn soms hoger.
|
naar
boven
|
Arabier
Bij
de bedoeďenen in de Arabische woestijn ontstond het belangrijkste
ras ter wereld. Voor de fokkerij werden uitsluitend de best , snelste,
taaiste en meest geharde merries en hengsten in gezet. Zo is dit
prachtige, edele ras ontstaan. Het is een prestatiepaard en de Engelse
volbloed stam van hem af. vele rassen zijn verbeterd door het gebruik
van Arabieren. De Arabier is een schitterend sportief vrijetijdspaard
dat zich door zijn grote uithoudingsvermogen bijzonder leent voor
langeafstandsritten. Hij is alert, intelligent, leergierig en heeft
een lief, aanhankelijk karakter. Daarnaast is het een veeleisende
persoonlijkheid met een behoorlijke dosis temperament die een ervaren
verzorger en berijder nodig heeft. Het is dus geen probleemloos
familiepaard - en een goede Arabier is niet goedkoop. De ideale
van een Arabier is 1,45 tot 1,50 meter.
|
naar
boven
|
Belg
Het
Belgische Trekpaard wordt ook wel Brabander genoemd, naar de naam
van de streek waarin hij voornamelijk wordt gefokt. Het is een van
de belangrijkste rassen ter wereld en heeft tot ver buiten de grenzen
van zijn geboortestreek bijgedragen aan de ontwikkeling van het
paard. Het ras is niet zo bekend in Engeland en geniet niet voldoende
erkenning in zijn thuisland. In de Verenigde Staten, waar in het
beroemde Kentucky Horse Park een aantal van deze paarden wordt gehouden,
is hij echter populair en wordt hij gewaardeerd om zijn betrouwbaarheid.
Belgen werden voornamelijk in Brabant gefokt en ontleden hun identiteit
aan die naam, hoewel ze ook wel race the Belge werden genoemd. De
fokkers van dit paard ontwikkelden door strenge selectie en soms
door inteelt uitzonderlijke eigenschappen bij dit paard en gebruikten
geen buitenlands bloed. De Belg heeft een stokmaat van 1,65 tot
1,70 meter.
|
naar
boven
|
Cleveland
Bay
Al
in de middeleeuwen werd er in het gewest North Riding (Yorkshire),
waar ook het dorp Cleveland ligt, een voskleurig pakpaard gefokt.
Het stond bekend als het chapman Horse, het marskramerspaard, omdat
het de koopwaar van de marskramers, eigenlijk de handelsreizigers
en wegvervoerders uit die dagen, op zijn rug vervoerde. In de Britse
Koninklijke Stallen kwamen altijd Clevelands voor. De successen
van de hertog van Edinburgh in internationale menwedstrijden met
spannen Clevelands en halfbloed Clevelands waren zeer bevorderlijk
voor het prestige van het ras. De meeste Clevelands hebben een stokmaat
van 1,60 tot 1,65 meter.
|
naar
boven
|
Clydesdale
In
de geschiedenis van de paarden is de Clydesdale niet zo'n oud ras,
omdat dit paard pas in de 150 jaar tot ontwikkeling is gekomen.
De Clydesdale wordt geëxporteerd naar alle delen van de wereld,
waaronder Duitsland, de voormalige Sovjet-Unie, Japan, Zuid-Afrika,
de Verenigde Staten, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland, en is met
uitzondering van de Percheron (tweede pagina) in dit opzicht waarschijnlijk
het succesvolste paard van de zware rassen. Het hoofd van de Clydesdale
is eleganter dan dat van de meeste zware paardenrassen. In vergelijking
met het uitgesproken convexe profiel van de Shire (derde pagina)
is dat van de Clydesdale recht, wat duidt op goede eigenschappen.
De gemiddelde stokmaat is ± 1,65 meter, maar bij hengsten soms boven
1,70 meter.
|
naar
boven
|
|
|
|
Stemmen |
|
|
|
|
Forum |
|
|
Laatste
10 toevoegingen
|
Powered
by:
|