Gebit
Tanden
en kiezen
Het paard is afhankelijk van zijn gebit. Zijn maagsappen kunnen de cellulose
in gras niet afbreken, dit wordt gedaan door bacteriën in de dikke
darm. Als de tanden de planten niet tot een dikke brei vermalen, kunnen
de bacteriën hun werk niet doen en kan het paard de voedingsstoffen
niet opnemen en kunnen de vezels bekneld raken in de ingewanden. Het ontbreken
van een goed gebit is waarschijnlijk één van de belangrijkste
redenen waarom een paard in het wild niet erg oud wordt.

Functie
van de tanden
Onder- en bovenkaak zijn elkaars spiegelbeeld. Elke kaak heeft zes snijtanden,
drie aan elke kant. Deze tanden snijden het gras af. Volwassen paarden
hebben zes premolaren en zes kiezen, drie van elk aan iedere kant. Deze
tanden kauwen het voedsel. bij jonge paarden zijn de achterste kiezen
nog niet aanwezig. Mannelijke paarden hebben vaak aan elke kant een haaktand.
Die hebben alleen geen functie meer.

Slijtage
van het tandoppervlak
Aan de tanden kan men de leeftijd van een paard aflezen. Het oppervlak
van de snijtanden raakt afgesleten naarmate het paard ouder wordt, waardoor
een andere dwarsdoorsnede zichtbaar wordt. Hiermee kan de leeftijd van
het paard worden geschat tot een jaar of acht. Vanaf dat moment is het
paard officieel 'aftands'. Als het paard een jaar of tien is, verschijnt
de groeve van Galvayne aan de bovenkant van de bovenste hoeksnijtanden.
Deze groeve groeit langzaam naar beneden.
Melktanden
en blijvende tanden
Een veulen heeft een stel melktanden die geleidelijk vervangen worden
door blijvende tanden, meestal allemaal tegelijk als het paard een jaar
of vijf is. Aan het aantal melktanden kun je soms vaak zien hoe zwaar
je je pony kunt belasten. Hoe ouder een paard is, hoe schuiner de voortanden
staan. Het paard op de foto is waarschijnlijk nog niet zo oud.
|